Een dimmer aansluiten
​Een dimmer kan gebruikt worden ter vervanging van een schakelaar om het licht te bedienen. Met een dimmer kun je de lichtintensiteit van een lamp regelen. Een dimmer heeft een minimaal en maximaal aangesloten vermogen. Let op dat afhankelijk van het type en het aantal lampen de juiste dimmer gekozen wordt. Een dimmer voor gloeilampen is bijvoorbeeld niet geschikt voor het dimmen van LED lampen. De specificaties en aansluiting van de verschillende dimmers wordt hieronder beschreven. Daarnaast kun je gebruik maken van inbouw en opbouw dimmers.​ Het is mogelijk om een dimmer zelf aan te sluiten, in dit artikel leggen we je stap voor stap uit hoe je dit doet. Als je niet zeker weet hoe je deze klus aan moet pakken, schakel dan een professional in.
Better save then sorry!
​
Veiligheid
Zorg voordat je de werkzaamheden begint dat alles spanningsvrij is door de installatieautomaat om te zetten. Je kunt alleen de werkzaamheden aan de dimmer verrichten met het juiste gereedschap. Voor deze klus heb je een striptang, kniptang, spanningzoeker en een schroevendraaier nodig.
​​​
Type dimmers
Er zijn verschillende type dimmers, er zijn dimmers voor halogeenverlichting, gloeilampen en LED-verlichting.
De verschillen tussen de soorten dimmers wordt hieronder uitgelegd:
Resistieve dimmer: R
Dit wordt gezien als een 'ouderwetse' dimmer, hier wordt namelijk nog gebruik gemaakt van 'fase-aansnijding'. Dimmers met fase-aansnijding hebben slechts een dimbereik van 40%. Dit houdt in dat de verlichting nooit helemaal tot 0% dimbaar zal zijn. Fase-aansnijding is niet energiezuinig. Deze dimmers zijn geschikt voor gloeilampen en halogeenverlichting die gevoed wordt door 230 volt.
Let op: een resistieve dimmer is niet geschikt voor LED verlichting!
​​
Capacitieve dimmer: C
Bij de capacitieve dimmer wordt gebruik gemaakt van 'fase-afsnijding'. Met fase-afsnijding beschik je (in tegenstelling tot een resistieve dimmer) over een dimbereik van 100% en daarmee is de lamp te dimmen tot 0%, tot hij helemaal uit is dus. Fase-afsnijding is wel energiezuinig. Deze R, C variant is geschikt voor 12 en 230 volt halogeen, dimbare LED lampen en dimbare spaarlampen. Deze dimmer heeft altijd een minimaal en maximaal wattage dat kan worden gedimd, let daar dus goed op.
​
​Inductieve dimmer: L
Deze inductieve dimmer maakt, net als de resistieve dimmer (R), gebruik van fase-aansnijding. De R, L variant is ook geschikt voor het dimmen van alle resistieve (R) dimmer lampen. Indien duidelijk aangegeven is deze dimmer ook geschikt voor LED lampen. Het minimale en maximale wattage dat kan worden gedimd met deze variant is meestal lager dan bij de capacitieve variant, let hier dus op.
​​​
Universele dimmer: R,C of R,L of R,C,L
Dimmers met deze aanduiding zijn de universele varianten, deze soort dimmers kunnen dus meerdere soorten verlichting dimmen. Zie hierboven voor de uitleg van de letters.
​​​​
​​
Je kunt niet met elke dimmer LED verlichting dimmen, wanneer je hier een ongeschikte dimmer voor gebruikt dan zal dit in veel gevallen leiden tot:
-
knipperende lampen
-
zoemend geluid
-
verkorting levensduur van de lamp
-
kapotte lamp
-
kapotte dimmer
​
​​​
Je kunt het aansluitschema van een enkele, een LED, een duo of een Shuttle dimmer gebruiken om deze aan te sluiten, de stappen zijn namelijk gelijk voor alle soorten dimmers.
Stap 1: Spanningsloos maken
Het is belangrijk dat je de groep waar je aan gaat werken spanningsvrij maakt. Dat hoeft natuurlijk alleen maar de groep te zijn waar je de dimmer op gaat aansluiten, het is vaak om veel redenen onwenselijk om alle elektriciteit uit te zetten. Denk bijvoorbeeld hierbij aan de koelkast en/of de vriezer die dan (lange tijd) zonder stroom zitten. Met een spanningzoeker kun je testen of het gebied daadwerkelijk spanningsvrij is.
Stap 2: Strippen van de aders
Strip de aders voldoende lang, dat is ongeveer 1 cm.
Stap 3: Draden aansluiten
Sluit de fasedraad (bruin, let op: in hele oude installaties groen!) en schakeldraad of -draden (zwart) aan bij de juiste aansluitingen op de dimmer. Draai indien nodig elk schroefje bij een aansluiting los en schuif de aders in de juiste aansluiting van het schakelelement. Draai na het plaatsen van elke ader de schroefjes met beleid vast, volgens het oeroude maar nog immer geldende advies: 'vast = vast!'.
Let op: een 'Shuttle dimmodule' wordt aangesloten op een terugverende pulsschakelaar.
Stap 4: Plaatsing en bevestiging van het schakelelement
Plaats het schakelelement in de muur en schroef het element vast met behulp van de bevestigingspunten.
Let op: De shuttle kan in principe achter de schakelaar in de inbouwdoos worden gemonteerd, maar controleer éérst of daar wel genoeg ruimte voor is voordat je alles vastschroeft!
Stap 5: Spanning inschakelen
Schakel de spanning in om de dimmer in te kunnen stellen.
Let op: zorg dat de verlichting aan is, anders kun je de dimmer niet instellen!
Stap 6: Dimmer instellen
Om de dimmer in te stellen moet je eerst de verlichting zoveel mogelijk dimmen door de draaiknop van de dimmer zover mogelijk tegen de wijzers van de klok in te draaien tot deze niet verder wil. Draai daarna het stelschroefje van de weerstand op de dimmer (voorzichtig) zo ver mogelijk tegen de wijzers van de klok in tot het niet verder wil, doe dit met behulp van een platte schroevendraaier. Dat kan natuurlijk prima met de spanningszoeker die je toch al gebruikt had in stap 1 en die je waarschijnlijk ook in stap 3 hebt gebruikt. Draai vervolgens het stelschroefje van de weerstand langzaam met de wijzers van de klok mee. Mogelijk gaat de verlichting eerst knipperen. Op het moment dat de verlichting stabiel brandt (dus niet knippert) dan heb je de juiste instelling gevonden.
Tip: Wacht ongeveer 30 minuten voordat je alles afmonteert om er zeker van te zijn dat de verlichting niet alsnog opnieuw gaat knipperen, anders kun je alles weer loshalen.
​​​
Stap 7: Afdekplaatje plaatsen
Plaats het afdekplaatje over de draaiknop en klik dit met beleid vast op het schakelelement. Schuif eventueel het bijgeleverde opvulstuk over de draaiknop als dat nodig is.
Let op: Het plaatsen van het afdekplaatje kan per merk verschillen.
Stap 8: Draaiknop plaatsen
Plaats de draaiknop met beleid op het afdekplaatje. Zorg ervoor bij het plaatsen van de knop dat (indien aanwezig) de indicatie (meestal een streepje of een 'deukje') op de knop (of knoppen) op de gewenste plek zit, zodat je de juiste draai-uitslag hebt met de lichtintensiteit. Daar bedoelen we mee dat de indicatie bij de laagste stand op ongeveer '7 uur' staat, en bij de hoogste stand op ongeveer '5 uur'. Dit zijn uiteraard maar voorbeelden om je een beetje een richtlijn te geven, dat kan natuurlijk per soort en per merk verschillen! Misschien is het bij jouw dimmer wel '8 uur' en '4 uur', om maar iets te noemen.
Let op: Het plaatsen van de draaiknop kan per merk verschillen. Soms is het gat gewoon helemaal rond, maar vaak zit er een 'platte kant' in om te voorkomen dat de knop in de uiterste stand kan verder draaien zodat de indicatie, die je net zo mooi in de juiste stand had gezet, verschuift.
​